Vaak worden burgers op straat aangesproken door de politie, die nog niet helemaal zeker van haar zaak is, en daarom eerst informatie van een burger wil alvorens zij tot arrestatie over gaat.
Echter: als de politie informatie wenst van een burger die zij als verdachte ziet, dan moet de politie van te voren tegen zo’n persoon  zeggen: u bent niet tot antwoorden verplicht.
Dat heet: de cautie geven aan een verdachte.

Doet de politie dat niet, dan mag een bekennende verklaring niet meewerken aan het bewijs. Als er dan verder geen ander bewijs is, zou er vrijgesproken moeten worden.
Als de politie de cautie niet geeft, en toch een bekentenis krijgt, stapt de rechter daar echter vaak over heen. De rechter zegt dan dat de politie slechts informatieve vragen stelde, en dus niet verplicht was de cautie te geven.
Vragen als: “is dit pistool van U?” en “van wie is die heroïne?” werden door de Hoge Raad als informatieve vragen beschouwd, waarbij de cautie niet verplicht was
De praktijk is dus vaak anders dan de theorie.

Geregeld komt het voor dat de politie na het antwoord op haar informatieve vraag, alsnog de cautie geeft, en de vraag herhaalt, of nog meer vragen stelt.
Als je je dan beroept op je zwijgrecht, mag dat in principe niet tegen je worden gebruikt. Maar de rechter kan natuurlijk het (eerste) antwoord dat je gaf op de zgn. informatieve vragen wel als bewijs gebruiken, tenzij de rechter vindt dat de informatieve vragen geen informatieve vragen waren maar vragen die echt aan jou als verdachte gesteld zijn. Meestal zegt de rechter dat de politie slechts informatieve vragen stelde, en daarom geen cautie hoefde te verlenen. Dan volgt ook geen vrijspraak.

Mocht je een uitnodiging van de politie krijgen om gehoord te worden, maak dan eerst een afspraak met een advocaat, die kan je precies  uitleggen wat je rechten zijn en hoe het werkt.

 

Categorieën: Tips

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *